zaterdag 13 oktober 2012

Eindbetoog


Praag: 
Voor elke liefhebber van cultuur is Praag een absolute must. Het is een stad die prioritair op elke toerist zijn verlanglijstje zou moeten staan. Neem als je de stad bezoekt zeker avondkledij mee en ga uitvoerig dineren. Enkele Praagse fenomenen die je zeker moet gezien hebben zijn onder andere:
- de klokslagen aan de oude klok op het stadhuis, puur voor de toeristen
- de gigantische snelheid waarmee de roltrappen toegang bieden tot de metro
- het feit dat bij elke toeristische trekpleister de nadruk wordt gelegd op hun 'westerse toekomst' (in tegenstelling tot hun communistische verleden) 
- vanop een hogergelegen plaats aanschouwen hoe de horden op mieren lijkende toeristen zich een weg banen over de Karelsbrug. 
- tijdens de herfst glijden over de Václavské Náměstí die spiegelglad wordt gemaakt door de gevallen bladeren
- tijdens de herfst ook kijken hoe andere mensen glijden en vallen over bovengenoemde straat
- de vernieuwde en aantrekkelijke metrostations bewonderen
- de gigantische (ijskoude) wind die voorafgaat aan het arriveren van de metro
- de enorm beschilderde, beschreven, begraffitide muur aan de kleine zijde
- ….

Ik weet niet of onze paden opnieuw zullen kruisen, maar als die dat doen, zal het een blij weerzien worden, Praag. 


Berlijn: 
Na 4 dagen in Berlijn kan ik oprecht zeggen dat de stad mijn hart gestolen heeft. Ik heb het gevoel alsof ik nog niet 10% van de stad gezien heb. Alsof iedereen hier een uniek en überinteressant verhaal te vertellen heeft. 
- de manier waarop Berliners de Alexanderplatz simpelweg 'Alex' noemen
- de hyperurban S-bahn nemen die een kruising is tussen een tram en een trein op een hogergelegen platform
- je ergeren aan de horden tienertoeristen die de belevenis van het Joods monument verstoren
- het verschil tussen de kalme bijna verlaten ochtend op de Potsdamer Platz en de bruisende, ontploffende avond
- het currywurst-huisje op de weg van de Brandenburger Tor naar de Reichstag
- de metrostellen die beschilderd zijn met kleine Brandenburger Tors
- de verwondering van menig toerist als die te horen krijgt dat de toegang tot de Berliner Dom 6 euro kost
- Bus nummer 100 richting 'Zoologischer Garten' die altijd vol toeristen zit en geen meter vooruit gaat. 
- de ampelmännchen, de verkeerslichtmannetjes met hun hoedje
- de lokale troepen jongeren die rond 9 uur gezamenlijk hun weg naar ofwel de Alexanderplatz of de Potsdamer Platz zoeken. (Pijnlijk genoeg meestal door de metro)
- … 

Ik kom zeker terug want ik heb nog zoveel dingen niet kunnen doen, en hoe sneller hoe liever. Ik kijk uit naar ons volgend weerzien! 


Vol nieuwe creativiteit keer ik terug. En ga ik werk maken van mijn leven in België. 



vrijdag 12 oktober 2012

Ich bin ein Berliner


Een van Berlijns bekendste en duisterste delen van zijn geschiedenis is de Berlijnse muur. 28 jaar lang verdeelde die Berlijn in twee delen: Een Russisch-communistisch oosten en een Geallieerd-kapitalistisch westen. Jaren lang was het onmogelijk om deze grens over te steken. Het hele geallieerde westen werd door deze muur omsingeld waardoor het als een eiland opgesloten zat. Er werd zeer veel kapitaal in West-Berlijn gepompt waardoor het aantrekkelijker werd dan het steriel ogende oosten. 

Vandaag zie je als buitenstaander niet erg veel meer van de verschillen tussen oost en west. Door mijn zwerftocht door de stad loop ik onbewust van oost naar west. Over, onder en op de grens. Als ik de metro neem reis ik waarheen ik wil, stap ik uit waar ik wil en spreek ik met wie ik wil. Maar je ziet dat de stad nog steeds zijn wonden likt. Als je bijvoorbeeld de S-bahn neemt richting Warschauer straße en vervolgens over de brug loopt die naar de U-bahn leidt, krijg je een klein beetje een idee wat er al gebeurd is in de stad en wat er nog staat te gebeuren. Aan de ene kant een sterke Skyline die getuigt van die Duitse rijkdom, en aan de andere kant een vervallen, haast verlaten stadsdeel dat pijnlijk staat te eroderen. 

Maar Berlijners hebben geleerd om sterker te zijn. Ze zitten niet in een hoekje weg te kwijnen met spijt over hun verleden of afkomst. Aan de ene kant zie je het tegenovergestelde, op elke hoek van de straat zie je een verkoper die toeristen aanspreekt om zijn waren te verkopen. Geen gewone typische toeristen-spullen maar Russische mutsen, nepgranaten, gasmaskers, … Alsof ze met zelfspot proberen om het heden wat milder te maken. 

Aan de andere kant zie je ook de vernieuwingslust van Berlijn. Het stadsbestuur is vastberaden om op termijn alle littekens zorgvuldig weg te werken. Berlijn is dan ook de grootste bouwput van Europa. Momenteel ligt de hele hoofdas van de stad (Unter den Linden) open. Maar ook de staatsopera, verschillende musea en ontelbare plaatsen voor infrastructuur worden onder handen genomen. 

Maar Berlijn is arm. Met een stadsschuld van 60 miljard euro en een werkloosheidsgraad van 15% (met lokale uitschieters tot 40%) is het de zwakste economische regio van het immer sterke Duitsland. De sterkte van Berlijn zit hem juist in die armoede. Huren kost hier in vergelijking met andere Europese steden weinig waardoor het zeer veel creatieve geesten aantrekt. Er heerst en hoge tolerantie en de algemene Berlijnse mentaliteit maken dat Berlijn barst van creativiteit en leven. 

Om het met de woorden van burgemeester Klaus Wowereit te zeggen: Berlin is poor, but sexy. 

donderdag 11 oktober 2012

Elke centimeter bezienswaardig.

Energie, energie, energie! Ik kan het niet genoeg zeggen maar deze stad bruist van de energie. Elke dag ontdek ik nieuwe leuke hotspots en drukke wijken. Zo is er de meest centrale 'Unter den Linden', de ietwat chaotische Alexanderplatz, de hypermoderne Potsdammer Platz, de wijk ten noorden van de Friedrichstraße, rond de Kurfürzendamm en ga zo maar door. Zeker 's avonds zijn dit echt dé buurten om het bruisende aspect van Berlijn te ontdekken. 

De stad barst ook zowat uit zijn voegen. Op elke hoek van de straat vind je leuke winkeltjes, caféetjes, boetieken, galerieën, open kantoren,… De Berliners kunnen zelf niet bijhouden wanneer er (weer) een nieuwe zaak opengaat. Op vlak van bezienswaardigheden is er ook keuze genoeg. Zo is er het museumsinsel, een eiland op de Spree met 5 musea waaronder het befaamde Pergamonmeuseum. Zijn befaamdheid krijgt hij niet voor niets. Naar mijn mening een absolute must voor wie Berlijn bezoekt. Jammer genoeg kon ik niet de hele collectie bekijken aangezien tot 2015 een groot deel ervan gerenoveerd wordt. Maar de belangrijkste heb ik  sowieso kunnen bewonderen. Zo is er de Ishtarpoort, een stenen poort die in de oudheid de toegang vormde tot het rijk Babylon. Het is een schitterende tentoonstelling van de rijkdom van het oude Babylon. Op nog geen 50 meter daarvan staat dat andere pronkstuk van het museum: De tempel van Pergamon. Net zoals de Ishtar-poort is deze naar Berlijn gebracht en in het museumgebouw terug opgesteld. Griekse en Babylonische architecturale juwelen uit twee verschillende periodes uit de menselijke geschiedenis beleven hun glorietijd opnieuw binnen een straal van 500 meter. Naar mijn mening mag het Pergamonmuseum voor Berlijn in het rijtje gaan staan van het Louvre, het Britisch Museum en het Prado. 

Maar er is nog een museum dat ik zeer kon smaken: het Joods museum. Naar de architectuur van Daniel Liebeskind is het een emotioneel opgetrokken constructie die je niet alleen vertelt over de geschiedenis van de Joden en de Holocaust maar ze je ook laat beleven. Sommige ruimtes in het museum zijn zo opgebouwd dat je mits wat eigen interpretatie een beeld kan schetsen van hoe de Holocaust moet aangevoeld hebben. 

Voor wie even weg wil van die energie is er een zeer goed alternatief: de Tiergarten, vroeger jachtvelden voor de Pruisische adel nu een gigantisch park in het midden van de stad. Een park zo groot en glorieus dat het zijn Europese collega's schaamteloos een slag in het gezicht geeft. 

Ik trek verder door Berlijn terwijl die mij verder en verder verleidt. 

woensdag 10 oktober 2012

Berlin, Baby!


5 uur duurt het om van het centrale station in Praag naar Berlijn Hauptbahnhof te reizen. Ik zit duidelijk in de betere wagon want naar verluid werden er in de volgende wagon baby's verschoond en dergelijke. Datzelfde Hauptbahnhof in Berlijn is een immens grote en min of meer logisch opgebouwde constructie. Ik wil naar het klantencentrum van de openbaar-vervoer maatschappij van Berlijn gaan, maar daar staat een rij van zeker 10 meter aan te schuiven en om eerlijk te zijn weet ik ook niet goed hoe de metro in Berlijn werkt, want het is een van de ingewikkeldere die ik al gezien heb. Ik besluit om gewoon een taxi naar het appartement te nemen. In ongeveer 15 minuten kom ik daar aan. Dit maal verblijf ik niet in een volledig appartement maar huur ik een kamer (zimmer) in het appartement van iemand anders. 

Als ik aan de ingang van het steriele communistisch-ogende appartementsblok sta krijg ik het plots wel heel warm als er niemand bij het desbetreffende huis de parlofoon opneemt.  Ik bel naar de gsm-nummer die ik op mijn reservatie vind maar ook daar neemt niemand op. Uiteindelijk, na 3 keer bellen aan de parlofoon, neemt er iemand op. Na mij voorgesteld te hebben zeg ik in mijn allerbeste Duits: 'Ich habe ein zimmer reserviert hier.' Antwoordt de jongeman: 'Heute?' 'Genau Heute. Bis Freitag' zeg ik een beetje nerveus. 'Ok', zegt de man en laat me binnen. Blijkbaar had de jongeman van rond de 25 de reservatie over het hoofd gezien en had nog een uurtje nodig om de kamer op orde te krijgen. Ik trek intussentijd de stad in. 

Als je van Praag komt geeft Berlijn je een beetje een cultuurshock. De architecturale uniformiteit uit vervlogen gouden periodes maken ijskoud plaats voor een nooitgeziene mix tussen historisch geredde panden, communistische functionaliteit en het nieuwste in de moderne architectuur. Ik kan Berlijn en zijn inwoners met geen enkele stad vergelijken. Het heeft de coolheidsfactor van Stockholm, de levensmentaliteit van de Parijzenaars, een portie cultuur zo groot als die van Rome en ja het moet gezegd misschien wel een klein beetje de bangelijkheid van Antwerpen. Maar er is hier één ding dat ik nog nooit in zulke mate gezien heb: de Berlijnse energie. Om een indruk te krijgen van zo'n 'stedelijke energie' moet je natuurlijk naar hier komen. Maar in een dikke twintig jaar sinds de val van 'de muur' heeft waarschijnlijk die Berlijnse energie ervoor gezorgd dat de stad is omgevormd van een verziekte puinhoop tot een moderne en bloeiende stad die ik met veel plezier de volgende dagen zal verslinden. 

Berlin, sind sie schon fertig?

maandag 8 oktober 2012

Tsjechië of Oekraïne? (2)


De volgende dag heb ik afgesproken met John om in dienst te gaan en doen straatwerk in de metrohaltes aangezien het vreselijk regent. We hebben maar een paar gesprekken maar die zijn echt de moeite waard. 
Daarna nodigt John me uit op een feestje dat hij organiseert. We trekken nog langs mijn appartement om me om te kleden en ik volg. Hij neemt me mee naar de rand van de stad, waar zijn appartement is. Samen met nog enkele andere jongens uit de Oekraïense gemeente ruimen we op en maken we de eerste voorbereiding voor het eten. Stelselmatig druipen de gasten binnen. En dan gebeurt er iets dat ik in onze Belgische cultuur niet kan inbeelden. In plaats van dat ze gewoon plaatsnemen en verwachten entertained te worden gaan ze allemaal (ook degenen die nog nooit in John's appartement geweest zijn) naar de keuken om te helpen met het eten. En niet zomaar helpen. Drie dames beginnen binnen een minuut na aankomst met het deeg te maken, de anderen zijn dan al bezig met de drank, de afwas en zelfs een laatste beetje stofzuigen. Het lijkt allemaal instinctief, alsof hun onderbewustzijn zegt dat dat is wat ze moeten doen. Alsof dat een Oekraïense sociale regel is waar iedereen zich onbewust aan houdt. 

We maken een soort van dumplings met een vullingmix van aardappelen en wat lijkt op een Royco-soep-poeder. Als het deeg klaar is wordt er een klein tafeltje uitgekozen dat met bloem en een krachtige Italiaanse armbeweging wordt omgedoopt tot werktafel. Een man bewerkt het deeg vurig en snijdt met behulp van een glas cirkelvormige stukken deeg uit. Met zijn zevenen zitten we rond tafel en vullen we die stukken met de puree en pletten we ze tot dumplings. Ondertussen  komen er meer gasten binnen die ogenschijnlijk routineus beginnen met het marineren van het vlees. Te midden van al dit gewoel sta ik. Ik observeer en glimlach ook al versta ik geen woord van wat er gezegd wordt. Af en toe vertaalt John wat er gezegd wordt. Het lijkt wel één groot Oekraïense gezin dat blij is na een lange dag weer bij elkaar te zijn. 

Als iedereen gearriveerd is, zetten we ons op de grond rond een geïmproviseerde tafel. De gerechten volgen zich zeer atypisch op. Eerst komen de dumplings aan de beurt, die zijn ondertussen vermengd met stevige boter en geserveerd met een soort van roomkaas die verdacht veel kenmerken van mayonaise heeft. Het fruit en de chocolade staan daarna op het menu. Ook het gebak dat een van de vrouwen maakte wordt gesmaakt. 
En dan als je denkt dat het afgelopen is komen er nog 3 gangen van vlees en brood langs je neus. Het hele maal wordt ondersteund door een molen van verhalen en gelach. De meest onmogelijke verhalen over Tsjechische maffiosi worden geserveerd met een Oekraïense enthousiasme van formaat. Het is een heerlijke avond en het afscheid valt zwaar, ook al heb ik maar 2 dagen met deze mensen doorgebracht. We wisselen contactgegevens en zeg onnoemelijk veel keer 'Bye'. 

Op naar andere oorden nu, op naar Berlijn! 

Tsjechië of Oekraïne? (1)


Zondag loop ik door het nieuwe deel van de stad. Er ligt een prachtig park temidden van een drukke laan. Plots zie ik naast me een man uit een gebouw komen. Hij duwt een kinderwagen vooruit en heeft een pak aan. Dat kan niet anders: getuigen! Ik keer om en blijf langs het bewuste gebouw staan. Via de website had ik al proberen op te zoeken waar er gemeentes in de buurt van het centrum lagen maar dat leek minder vanzelfsprekend dan ik dacht. Maar ineens had ik er een gevonden. Ik stap het kleine halletje binnen en een oudere mevrouw die duidelijk geen Engels kan roept er iemand bij. Een man komt me tegemoet, zijn naam is Jovani, maar ik moet hem John noemen. Hij nodigt me uit om mee naar het programma te komen luisteren, ik aarzel even omdat ik in mijne gewone kledij ben en de hele dag heb rondgelopen op de Praagse burcht. Maar ik stem in en volg John nieuwsgierig. Ik kom terecht in een kleine garderobe/hal. Hier staan een 20-tal stoelen opgesteld om meer plaats te maken daar de hoofdzaal volledig vol zit. John reikt me een Engelstalige Wachttoren aan en ik volg de laatste 10 paragraven van de vergadering mee. Ik versta er dan wel geen woord van, maar dat hoort bij de charme van een wereldwijde eenheid. 

Na de vergadering kom ik te weten dat dit geen Tsjechische gemeente is maar een Oekraïnse. Blijkbaar verblijven veel Oekraïners in Tsjechië omdat de werkgelegenheid in hun eigen land zich op een laag pitje begeeft.  En waarschijnlijk omdat Tsjechië op vlak van cultuur en taal beter aansluit op wat ze kennen in tegenstelling tot de echte West-Europese landen. Veel mensen komen nieuwsgierig naar me toe en stellen zich voor. Maar ik kom al gauw tot de conclusie dat ze hier niet echt veel Engels praten. Ik kan met moeite communiceren maar met behulp van gebaren en tekeningen komen we er. 

Als we terug buiten zijn, nodigt John me uit om met wat broeders en zusters pizza te gaan eten. Ik stem wederom in en stap mee de auto in. Ik raak helemaal de draad kwijt als Anatolio, de chauffeur, zich een weg baant door het plakkende spinnenweb van straten. Er staat mij een boeiende avond te wachten waar ik uitvoerig vertel over het leven in België met zinnen als: "Nothing free in Belgium" en "добре добре" (goed, goed)  
 en mijn demonstratie van de Franse taal die met een uitbundig lachen wordt onthaald. Vreemd genoeg leer ik dus meer over de Oekraïnse levenswijze dan van de Tsjechische. 

Na een heerlijke avond bedank ik iedereen en zetten John en Anatolio mij af aan mijn appartement. Uitgeput maar tevreden val ik in slaap. 

zondag 7 oktober 2012

České tradice 1


Geld: 
Die Tsjechische kronen zijn wel wennen. Een euro is ongeveer 24 kronen waard en toeristen worden natuurlijk op weerzinwekkende manier uitgebuit. Zo betaal je makkelijk 5 euro voor een flesje cola en als je niet goed oplet heb je een informatieboekje van 20 euro aan je been gesmeerd. En een ticket kopen voor een bepaalde bezienswaardigheid of attractie is niet zo eenvoudig als je in eerste instantie zou denken. Voor de bekende Joodse begraafplaats bijvoorbeeld kan je geen individueel ticket kopen, maar ben je verplicht om een soort van combi-ticket aan te schaffen. Die geeft toegang tot 5 'Joodse' attracties maar kost je wel zo'n 350 kronen, 16 euro. Veel geld als je alleen maar het kerkhof wil bezoeken. Hetzelfde verhaal op de oude burcht, de bakermat van de stad. Een toegansticket tot een van de musea moet worden gekocht in de vorm van een combi-ticket. Ook een bezoek aan de meeste kerken en basilieken kan alleen mits een ticket.

Maar daarbuiten is het leven hier redelijk tot zeer goedkoop. Mijn eerste avondmaal nuttig ik in 'Restaurace Como', het lijkt me een chique restaurant waar enkele  gasten in avondkledij zitten te aperitieven. Ik stap binnen in mijn regenjas en All Stars en vraag naar een tafel voor 1. Ik maak duidelijk dat ik zal eten, en men biedt mij een tafel aan. Ik neem een tweegangenmenu. Goulash-soep en stoofvlees met bier op Tsjechische wijze met traditioneel brood. Ik kies ook nog een overigens uitstekende wijn en een fles water. In totaal kost mij dat 600 kronen, nog geen 25 euro dus.

Ook als ik enkele dagen later de supermarkt bezoek sta ik versteld van sommige prijzen. 12 eurocent voor een Berlijnse Bol, een halve euro voor een (belachelijk groot) brood en een euro voor een multipack uien (ong. 40 stuks). Aan de andere kant liggen de prijzen voor kledij aan de hoge kant en door de stand van de Tsjechische kroon betaal je bij de West-Europese en Amerikaanse ketens in verhouding meestal meer dan dat je dat in eigenland zou doen. 

Boeken: 
Tsjechen zijn verslaafd aan boeken. In de metro heeft zo goed als iedereen een boek of een van die Amazon Kindles vast. Ze identificeren zich er ook mee, omdat het een deel is van hun cultuur en achtergrond. Daar waar je in België per middelgrote stad één deftig uitgeruste boekhandel vindt, zijn er in Praag wel honderden. Het zijn de interimkantoors van Praag, de ene naast de andere, elkaar doodconcurrerend.